Hoe? Uitleggen en delen!
Belastingen vormen negatieve feedback. We kunnen die plaatsen op de verschijnselen waar we last van hebben. Dus op vervuiling en onttrekkingen uit de ecosfeer. Ook kunnen belastingen helpen bij het verdelen van vermogen, mits de inkomstenbelasting wordt opgeheven.
Er ontstaat dan een totaal andere gemeenschap, die logisch en acceptabel is. Die niet steunt op kapitalisme, communisme of socialisme.
We leggen het U uit en delen onze inzichten. Lees hieronder verder.
Inzichten en teksten delen
Stichting WTS ontwikkelt fundamenteel andere belastingen en stelt de inzichten in PDF teksten (zie downloads) gratis beschikbaar aan anderen. Anderen kunnen de teksten, onder beperkt voorbehoud[1], naar eigen wens en inzicht verder ontwikkelen, verfijnen en uitdragen.
Wij willen de belastingen ‘omdraaien’, van het leven naar de levenloze goederen. En we willen belasting heffen op het vermogen boven een bepaald niveau.
Dus geen controle en belasting meer op de samenlevende en samenwerkende mensen. Het gaat dan immers om ‘levende energie’. Ook is geen controle en geen belasting wenselijk op het delen van goederen, een deeleconomie (tijd), dient juist bevoordeeld te worden.
Belastingen vormen negatieve feedback, precies op het zaken waar we als gemeenschap last van hebben.
De belastingen die we wel willen invoeren zijn (1) de verbruiksbelasting (een matterstreamtax) en (2) de vermogensmutatiebelasting. Lees hieronder weer verder.
[1] Zoals vastgelegd onder de Creative Commons License Deed. Te weten Naamsvermelding – Niet Commercieel 3.0 Nederland (CC BY-NC 3.0 NL). Bezoek http://creativecommons.org/licenses/by-nc/3.0/nl/ voor de volledige tekst van de licentie.
Hoe?
1; De Verbruiksbelasting (matterstreamtax)
Stichting WTS vindt controle op de goederen nodig, controle op stromen aan materie wel te verstaan.
Consumptie en productie van levenloze goederen wordt gedifferentieerd belast door een internaliserende belasting. De belasting wordt gevolgd in de handelsketen. Na de laatste schakel wordt ook effectief geïnd.
De omvang van de verbruiksbelasting wordt bepaald door de input (1) naar mechanische, fysische en chemische omzettingsprocessen. Primaire grondstoffen (voornamelijk delfstoffen) worden dan zwaarder belast dan secundaire grondstoffen (gerecyclede materialen).
Bij chemische en sommige fysische omzettingen wordt ook de output (2) belast. Dit betreffen vormen van lucht-, bodem- en waterverontreiniging.
Ook worden de onttrekkingen (3) uit de biosfeer gedifferentieerd belast met verbruiksbelasting; zoals visserij, bosbouw en veeteelt.
Verder treft de verbruiksbelasting de invoer (4); de importstroom op voornoemde drie punten en op de ingevoerde waarde. Dit om een eerlijke concurrentie met het buitenland te bewerkstelligen en om uiteindelijk de beste goederen in de wereld te laten produceren en consumeren.
De voordelen zijn:
- Gemakkelijker controleerbaar en inbaar.
- We leunen immers op tegengestelde belangen binnen de handelsketen.
- Er kan gebruik worden gemaakt van aansluitbare massabalansen.
- Het gaat niet meer om het belasten van diensten maar om het treffen van levenloze goederen, die niet meer weglopen.
- Er zijn minder belastingplichtigen en als er belast wordt, gaat het vaak om grote kwantiteiten.
- We bevoordelen industriële symbiose. Samenwerking in de fabricage en in de handelsketen worden automatisch bevoordeeld.
- Eerlijke concurrentie, de beste handelsketen wint het van de slechtere.
- De verbruiksbelasting wordt ‘eindheffing’, waardoor een deeleconomie automatisch wordt gestimuleerd. Eigenaren kunnen de belasting terugverdienen door de goederen bijvoorbeeld te verhuren.
- Door input- en output te belasten, wordt een circulaire economie.
- Verspilling kunnen we tegen gaan, door het langzaam duurder maken van secundaire behoeften.
Het is maar wat we willen, een belasting op de humane interactie en ons leven, of het langzaam maar zeker een belasting invoeren op de levenloze materie.
Een tweede belasting die de Stichting WTS voorstelt is de vermogensmutatiebelasting.
Hoe?
2: De Vermogensmutatiebelasting
Deze belasting treft primair het aanwezige vermogen boven een bepaalde vrijstelling. Ook belast ze de vermogensaangroei, boven de vrijstellingen, van binnenlands en buitenlands belastingplichtigen.
Er zijn twee grote vrijstellingen.
1; de Algemene Vrijstelling voor Natuurlijke Personen
Dit is een economische vrijstelling die aansluit bij de levensloop van een natuurlijk persoon. Deze vrijstelling noemen we de Algemene Vrijstelling voor Natuurlijke Personen. Ze bestaat uit een drietal componenten. Op de eerste plaats de waarde van een plaats in de gemeenschap en op de tweede plaats een actuarieel deel ter voorziening van de behoeften tijdens de oude dag. Daarbovenop is er, als derde component van deze vrijstelling, een vrije marge.
De eerste twee componenten moeten verplicht worden opgebouwd. De vrijstelling is afhankelijk van de leeftijd. De omvang van deze vrijstelling wordt door de wetgever bepaald.
2; Collectieve Vrijstellingen
Dit is een tweede vrijstelling in de vermogensmutatiebelasting. Vrijgesteld wordt het vermogen wat dienstbaar in de gemeenschap wordt ingezet. Dit vermogen mag fiscaal geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld. Te denken valt aan natuurgebieden in particulier bezit of openbaar gemaakte kunst. De criteria om in aanmerking te komen voor de vrijstelling en de omvang van de vrijstelling, worden door de wetgever bepaald. Dit is afhankelijk van reële primaire behoeften in die gemeenschap. Hoe meer behoefte er is, hoe hoger het vrijstellingspercentage hoe interessanter het voor een vermogende wordt om mee te werken aan dergelijke gemeenschappelijke, collectieve, doelen.
Een eigenaar kan de vrijstelling “doorgeven” aan een financier. Zodat die het vermogen kan laten vrijstellen. Eigenaren, beheerders en financiers kunnen zo optimaal samenwerken.
De voordelen om een dergelijke vermogensmutatiebelasting, met de twee vrijstellingen, in te voeren zijn:
- Er ontstaat meer gelijkheid en verbondenheid in de gemeenschap. Mensen zijn bovendien gelijker. Er ontstaat minder afgunst bij individuen en er is minder reden tot groepsvorming binnen de humane populatie.
- Er ontstaat meer autonomie onder de leden in de gemeenschap. Iedereen heeft recht op een plaatsje in de gemeenschap, die ze zelf belastingvrij kunnen verdienen. En er is ook meer financiële weerstand.
- Er ontstaat meer competentie onder de leden in de gemeenschap. Er zijn minder zorgen omdat we elkaar zonder belastingen kunnen helpen, bovendien hebben veel meer mensen de mogelijkheid om zicht te ontwikkelen tot belangrijke specialisten. Ook de economische basisbehoeften, zoals een eigen woning, worden immers gemakkelijk vervuld waarna men aan verdere ontwikkeling kan werken.
- Rijkere personen kunnen zich effectief inzetten voor de gemeenschap. Dat inzetten moet niet, maar mag, gebruikmakend van de collectieve vrijstelling. Ook kan een rijkere daarbij gebruik maken van het – zonder belastingen – kunnen inzetten van medemensen. Er kunnen dan ook nog passende rechtsvormen worden opgericht. Onze vermogensmutatiebelasting is immers rechtsvormneutraal. Ook willen we er op wijzen dat de ruilwaarde van het ingezette vermogen deels behouden blijft, een rijkere hoeft dus helemaal niet gestroopt te worden. Tenslotte wijzen we er op dat bij velen hun vermogen niet is komen aanwaaien, ze hebben er hard voor gewerkt en zullen hun best blijven doen. Ze zetten vermogen slimmer, directer en efficiënter in dan een overheidsinstelling.
- Bovendien sluiten we bij de vermogensmutatiebelasting aan bij voorraadgrootheden in plaats van stroomgrootheden. Voorraadgrootheden moeten slechts een maal per jaar worden geteld en zo nodig worden gewaardeerd.
- De controle vergemakkelijkt, er zijn immers minder belastingplichtigen door de vrijstellingen.
- De inning van de belasting vergemakkelijkt, men moet pas betalen als men boven de vrijstellingen komt. En als men daarboven komt, kan men betalen.
- Er wordt voor de vermogensgroei aangesloten bij het eerder formeel aangegeven vermogen. Verzwegen vermogen komt zo vroeg of laat aan bod.
- Een rijkere en veelal oudere bevolking trekt een jonge bevolking aan. Een gemeenschap blijft dan demografisch gezond, terwijl de oude bevolking verzorgd wordt.
- Regelingen voor de oude dag, die door de overheid waren ingevoerd (omslagstelsels), kunnen vervallen. Alleen een zogenaamd ministelsel kan als vangnet blijven bestaan. Deze belasting zorgt dat de vergrijzing het hoofd kan worden geboden.
Hoe?
3: Spieken bij onze natuur
We hebben vele principes uit de natuur afgekeken. Ook hebben we gekeken naar diverse universeel werkende principes uit de psychologie, in het bijzonder uit de positieve psychologie en uit de omgevingspsychologie.
“The hardest thing to understand on the whole world is the income tax.”
&
“Look deep into nature, and you will understand everything much better.”
Albert Einstein
Zoals gezegd bestaat het leven uit niet veel meer dan het opbouwen van een plaatsje in de gemeenschap, het langdurig en plezierig handhaven daarin om tenslotte weer het opgebouwde vermogen af te staan, ten gunste van de eigen verzorging en ten gunste van een nieuwe generatie.
We hebben diverse fundamenten afgekeken uit de natuur, en hebben hier economische en sociale gevolgen aan verbonden. Het zijn beginselen die evolutionair zijn te verklaren. ZE zijn gegrift in ons collectief (on-)bewustzijn. Daarom zijn onze belastingen verklaarbaar en acceptabel.
De beginselen die in de natuur zijn te vinden:
- Het leven boven het levenloze (materie belasten in plaats van onze diensten (energie) ).
- Het delen in de tijd.
- Iedereen en plaats op ons – in ruimte beperkte – podium gunnen.
- De levensloop in acht nemen.
- Een variatie-, selectie- en reproductieproces, ook voor de goederen onderkennen.
- Circulariteit van stromen materie.
- Samenwerking.
- Wederkerigheid.
- Gezinsvorming.
- Draagkracht van de omgeving.
- Demografische gezondheid.
- Verbondenheid, autonomie en competentie als psychische basisbehoeften.
- Omgevingspsychologie.
- Diverse hoofdzaken uit de positieve psychologie, zoals de positieve effecten van compassie, dankbaarheid en generativiteit.
- Belastingheffing zien als negatieve feedback in een universele systeemtechniek.
Hoe?
4: Een andere en vriendelijke gemeenschap
Indien we langzaam maar zeker de goederen gaan treffen in plaats van ons leven. Indien we langzaam maar zeker het vermogen boven de vrijstellingen gaan treffen, dan ontstaat een totaal andere gemeenschap. Er ontstaan economieën waarbij recht wordt gedaan aan de hiervoor genoemde universele beginselen. Er ontstaat een humane, een circulaire, een verander- en een deeleconomie. De kapitalistische economie, waarbij vermeende groei en welvaart door productie, verkoop en consumptie van goederen als uitgangspunt dient, mag verdwijnen. Binnen die nieuwe vriendelijke gemeenschap zien de leden hun primaire fysiologische en psychologische behoeften zo veel mogelijk vervuld. Landen kunnen zich verenigen in de UCCC, de Union of Cooperating and Changing Cummunities. Binnen dit unilateraal samenwerkingsverbond worden genoemde fundamentele behoeften en uniforme uitgangspunten grondwettelijk verankerd en staatrechtelijk bewaakt.
Hoe?
5: Een andere overheid
Bij een dergelijke gemeenschap hoort een overheid die de universele uitgangspunten ondersteunt.
Er ontstaat dus een andere overheidsrol.
De economische rollen die een overheid heeft zijn:
- Allocatie van schaarse middelen. Groen wordt een schaars goed. Onze huidige secundaire behoeften leggen juist druk op de ecosfeer. Om deze reden verlegt de overheid de controle van de humane interactie naar de productie van goederen.
- Verdelen van inkomen en vermogen. Inkomen is een vorm van vermogensvorming. Inkomsten vormen tegenprestaties voor allerhande diensten en leveringen. Het is controle-technisch verstandig om te ondersteunen in de vermogensvorming. Het zijn op de eerste plaats voorraadgrootheden, die kan men waarderen en aanrekenen aan de burgers. Op de tweede plaats kan men bij vermogensvorming en vermogensafbouw aansluiten bij de levensloop. Omslagstelsels kunnen worden afgebouwd ten gunste van een kapitaaldekkingsstelsel over de levensloop heen die bovendien voor meer verbondenheid zal zorgen.
- Stabiliseren van de economie. Er zijn binnen ons stelsel twee automatische stabilisatoren. In crisis gaan mensen op hun geld zitten. En dan overtreffen ze de vrijstellingen, de belasting daarop zorgt voor tegendruk, zodat de mensen eerder gaan uitgeven waarna anderen ook een plaats in de gemeenschap kunnen verdienen. In tijden van oververhitting worden er meer goederen verbruikt maar dan stijgt de verbruiksbelasting. Ook wordt de Algemene Vrijstelling voor Natuurlijke Personen hoger, zodat meer moet worden gespaard. Niet sparen betekent niet uitgeven waarna de economie weer afkoelt.
De overheid hoeft minder geld rond te pompen. Subsidies en uitkeringen zijn minder nodig. Het herverdelen gaat automatisch, verder gezonde mensen maken belastingvrij gebruik van elkaars diensten.
Klassieke overheidsuitgaven?
Een overheid is dienstbaar aan de gemeenschap door middel van coachen, ze geeft de normen en targets aan. De normen en targets zijn begrijpelijk, acceptabel omdat ze de eigen levensloop dienen en de targets zijn haalbaar, in kleine stapjes gedurende de levensloop. De burgers zorgen zelf dat ze de targets halen, de overheid geeft alleen randvoorwaarden en een systeem wat steunt in plaats van afroomt.
Er is ook minder behoefte aan een overheid die infrastructuur voor de goederen aanlegt. Bij een deeleconomie is er immers minder productie, transport, aan- en verkoop en consumptie van materiële behoeften. De behoeften zelf zijn eveneens naar minder materialiteit verschoven, van het levenloze naar het leven.
Er is een minder groot budget voor justitie & veiligheid nodig. Op lange termijn is er immers meer verbondenheid tussen de burgers zelf. Ook kunnen burgers meer autonoom zijn, al klinkt dat paradoxaal, wij zijn ook organismen die een eigen plaatsje in de gemeenschap willen hebben. Ons stelsel geeft dat. Er is dan minder tegenstellende groepsvorming nodig. Verder willen we de landgrenzen langzaam wegpoetsen, nationale overheden ondersteunen immers de primaire fysiologische en psychologische behoeften, die voor alle landen nagenoeg identiek zijn. Juridische en economisch normen worden gelijkwaardiger, waardoor er ook minder behoefte bestaat om onderscheid tussen landen te maken. Landsgrenzen krijgen op lange termijn een culturele en historische betekenis. Er is dan ook minder behoefte aan grensbewaking. Verder controleren we de goederenstromen, afname van grote hoeveelheden aan hulpstoffen, hulpmiddelen en grondstoffen voor verdovende middelen zal gaan opvallen. Ook het chartale geld kan vervallen, er zijn elektronische alternatieven en er zijn titels die, voor hulpbehoevenden, op naam kunnen zijn gesteld. De onderwereld kan zo minder gemakkelijk leunen op de bovenwereld. Bovendien wordt afrekenen zonder chartaal geld, tussen maffialui onderling, minder gemakkelijk.
Voornoemde punten – minder tegenstellende groepen, een weerbaardere bevolking waar minder stress is, waar voldoende plantaardig voedsel aangeboden wordt, waar vormen van criminaliteit minder kans maken, waar grenzen en de bewaking ervan minder nodig zijn – maken het budget voor veiligheid en justitie kleiner.
Verder wordt de ziekte van Baumol genezen, de aanzuigende werking op arbeid voor de productie van goederen is verdwenen, mensen richten zich meer op elkaar en op hun directe omgeving. Dit zijn zogenaamde witte en groene diensten die voordeliger worden. We worden tegelijkertijd gezonder, zodat ook minder ziekten ontstaan. Als ziekten en gebreken moeten worden verholpen, zijn er minder kosten. Een algemeen ziektekostenstelsel kan dan ook voordelig zijn, zeker als men bedenkt dat mensen zonder belastingheffing elkaar kunnen helpen en zonder belastingheffing – ook als gezin – een bepekt vermogen kunnen opbouwen.
Het leven bestaat uit niet veel meer dan het opbouwen van een positie in de gemeenschap en de opbouw van een beetje vermogen. Vervolgens bestaat het leven uit het langdurig handhaven in een plezierige omgeving. Om tenslotte, tijdens de oude dag, het vermogen weer af te staan aan een nieuwe generatie ten gunste van de eigen verzorging. Zo ziet in grote stappen de levensloop van heel veel organismen er uit. Onderwijs kan tijdens de opbouwfase door de ouders meer zelf betaald worden. Bij een eenvoudiger leven is ook minder opleiding nodig. Bovendien leven we in de 21ste eeuw. Er zijn heel veel moderne vormen om te studeren op afstand, zoals de MOOC programma’s die op edx.org worden aangeboden. Veel Willie Wortels kunnen hun hart daar tegen lage kosten, in hun eigen tijd op eigen locatie en in een eigen tempo, ophalen. Directe ondersteuning blijft uiteraard nodig, maar kan in veel mindere mate plaatsvinden.
Een bestuur, wat allerlei nieuwe normen voor een land gaat bedenken, is naar onze voorzichtige mening onnodig. Aan een bestuur, wat het eigen werk creëert, is geen behoefte. Ook op dit punt is een besparing denkbaar en realiseerbaar.
Restoverheid
Op voornoemde punten is een kleinere overheid nodig, die verder gezonde burgers coacht, richting geeft en met raad ondersteunt in het halen van door iedere gemeenschap gedragen doelen. De overheid zorgt dat het controleapparaat op de goederen en op de waardering en aanrekening van vermogen, goed werkt.